Kraai (2)
Jagend op jonge vogels
roof je een vreemd nest leeg
Mijn vingers worden milde kogels
waarmee ik je schenden wil
Je bent wreedaardig zoals je
een rafel van me scheurt
een door vliegen omzwermd kadaver
aan de rand van onze snelweg
Ik hurk in jouw nest
in een vork van twee takken
Hier heb ik mijn dorst gelest
Het blauwgroen ei waarop jij broedt
glanst op met donkere spikkels
alsof je in de schaduw iets uitboet
Maar jij lijkt wel van alle markten thuis
zoals je me schichtig niet naderen laat
de kleinste tuin vermijdt
zo haat je het gruis van onze twist
Als je eens wist hoe het beter kan
hoe we reizen konden langs de glooiing
van een klaar drasland
dralend langs een dodenakker
Geplaatst in de categorie: woede