Karkas
in een woestijn gedreven
vernedert de hitte
mijn beroofde zinnen
onder de voeten
miljoenen tranen
uitgeperst, opgedroogd
oneindig in een witte vlakte
de wind giert cirkels
rond de stank
knaagt levenloos
de vingers van m'n geraamte
mijn dorst wankelt
ik begraaf het speeksel
van ijskoude woorden
het zand wordt zwaar
snikt in mijn karkas
uitgemergeld rollen
ogen naar een
korrelige bloedpas
de wind aast
hoort mijn ijle kreten
en strijkt neer in
het gezicht van de dood…
nog heel even beweeg ik mijn hoofd
Geplaatst in de categorie: eenzaamheid