waarom toch lief?
voor dag en dauw gaat dan d’n malle vent
vorig najaar als vrijer in bijslaap thuis genood
vandaag traant zij tere treurnis bij 't avondrood
hij ging - zij werd nimmer uit zijn hart verwend
blad’ren vallen bruin vaal van hunne takken
op straat de mens kijkt naar donk’re luchten
weg van den dromer wie ziet hem zuchten
tergend traag zwaar aangeslagen zal hij zakken
zij ziet als enig kans op z’n ontkluistering
richt naar ‘m draadloos in haar befluistering
haar oog tot op ver na storm ijzel winter:
eet wortel zult selderij verstevig zo je stam
zoek lichtjes als ’t moet met je hanenkam
overwinter je lente lonkt vast en zeker ginter
Geplaatst in de categorie: liefde