Jij zong de zomer
aan de rand van
een opgedroogde vijver
golfde het beminnen als
zacht kabbelend water
om me heen
van woorden onderweg
die jij verplaatste
van je handen naar
de zachte zucht die
ik zo stil luisterend
naar me toe dichtte
jij fluisterde de zon
en zachte zoenen
in rood en wit en
zomers blauw
naar mijn slenterend
hart en schouderliefde
naar de rillingen
op mijn rug en de
pluisjes in de wind
langs de rand van
mijn ogen en het
stil schreiend bankje
Geplaatst in de categorie: liefde