Gelijk van ene meeuw...
Gelijk van ene meeuw, de wieken uitgeslagen,
Die dan, vliegende, glijdt over de zee,
Zo wijd en zijd zend ik mijn klagen,
Klagende ach en wee.
Mijn hartebloed bruist wild in mij,
Daarom, gaat van mijne wegen, gaat;
Want dreigend stijgt het kwaad in mij,
't Bittere kwaad van de haat.
Gedichten (1905)
Schrijver: Giza RitschlInzender: Redactie, 28 januari 2021
Geplaatst in de categorie: woede