inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1887 - 1939

poëzie (nr. 850):

VOORJAARSVERWACHTING

Wat zijn ze schoon, de schemerige dagen
Die niet meer grijs en nog niet paarlemoer
Zijn durven, alsof er een lichtschijn voer
Door een groot ademen, dat met zijn vlagen
Van ijle blankte langs ons henenstrijkt,
En even staat en langzaam witter wordt,
En dat een bal en een geschitter wordt
En ’t effen grijs doet glinsteren, - en wijkt.

De tuinen doen nog niets dan ademhalen,
Maar diep en zwaar, alsof er reeds een dwalen
Van wakker wezen in hun slaap begon,
Alsof er reeds bewegen en een kentelen
Is aangevangen om naar ’t licht te wentelen
In een zeer zoet vermoeden van de zon.

Nalezing X (1938)

Schrijver: Willem de Merode
Inzender: adm, 15 maart 2006


Geplaatst in de categorie: jaargetijden

3.0 met 6 stemmen aantal keer bekeken 2.497

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)