Kijkje in het Leven.
Vlak over mijn deur komt de lijkkoets thuis.
Daar stalt hij, de sombere wagen!
Hij bracht er weer een naar zijn laatste kluis -
Dat doet hij zo alle dagen!
'k Hang uit mijn raam; 't is heet in de stad,
Een stikkendheet Julidagje;
De zwarte koetsier heeft het warm gehad,
Veel warmer dan ‘zijn vrach'je’!
Ook reed hij van 't graf naar stal op een draf,
- Het was op die koets 'om te braden'!
En legt nu, al blazend, zijn huilebalk af
En de andere plechtgewaden.
Hij schudt zich fluks de rouw van 't lijf,
En frist zich op, reis even;
Die guit! hij zat daar nog pas zo stijf,
Zo somber, zo treurig verheven!
Hij steekt zijn pijpje aan; hij telt
Het fooitje van zijn 'vrach'je’;
Terwijl hij een kleine vertroosting bestelt
Met een tevreden lachje.
Dan bergt hij zijn spullen en neemt zijn gemak
Al op zijn ellebogen. -
Zou elders het maskeradepak
Ook reeds zijn uitgetogen?
Inzender: Redactie, 18 februari 2019
Geplaatst in de categorie: werk