inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1587 - 1679

poëzie (nr. 870):

NU BRUIDEGOM

EVA: Nu bruidegom, zijt gerust. ‘k Versta wel wat de wet zeit,
En beter dan gij meent. Wat stoort uw nauwgezetheid
Zich om een appelbeet? dit ’s louter bijgeloof.

ADAM: Helaas, wat hoor ik nu! och, waar ik stom, en doof,
En blind: ontbrak het mij aan ogen, en aan oren,
Zo zoude ik in die staat, ’t is droef, u zien noch horen.

EVA: Niet hoger, bruidegom. Hier is geen kwaad begaan.
Ontvang mijn eerste gave, en tast die appel aan.
Geloof en volg uw bruid, en proef, en na het smaken
Zo oordeel met verstand en kennis van zaken.

ADAM: Zou ik, u volgende, de opperste versmaên?
De hemel hoede mij voor zulk een stout bestaan.
Men kan niet straffeloos dees hofwet overtreden.

EVA: Wat hofwet? deze wet is strijdig tegens reden.

ADAM: Gods reden overtreft al ’t menselijk vernuft.

EVA: Een die rechtschapen is word niet zo snel verbluft
Van ijdele vreze. Ik smaak wat kennis in dees spijs leit.

ADAM: God vrezen is ’t begin van kennis en wijsheid.
Wie hem gehoorzaamt, en zich onder zijn wet
Gewillig buigt, is vrij van zulk een lastersmet.
Ik merk alreeds hoe zich d’ engelen dit belgen*.

EVA: ‘k Geloof een engel schudde een appel van dees telgen.
Ik ving dit boombanket in ’t vallen met mijn hand,
Niet als een gruwel maar als een heilgenadepand.
Wat laat ge tranen langs uw kaken nedervloeien?
Wilt gij de lust van uw beluste bruid besnoeien,
Haar nors bejegenen met ene wederzin?


-----------------------------------
belgen: kwaad maken

Adam in ballingsschap (1664)

Schrijver: Joost van den Vondel
Inzender: adm, 1 mei 2006


Geplaatst in de categorie: vrouwen

3.0 met 13 stemmen aantal keer bekeken 6.430

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)