DE DOOD VAN MEI
En in zich voelde zij het laatste: wil,
De allerlaatste wil der stervenden,
De wil tot doodzijn die het zwervende
Mensengeslacht doet stilstaan en hen drijft
Van zelve naar de grond waar ’t lichaam blijft.
Ze duizelde en in die duizeling
Werd ze zo licht, een veer die uit de zwing
Der duive valt: ze daalde en viel niet:
Zo valt een riethalm over in de vliet.
Zó als een kind dat in het leven was,
Zó als een bloem van zomerrood in ’t gras,
Rode papaver die nu neder ligt,
Zo lag ze en der zonne laatste licht
Scheen op haar, maakte haar een weinig rood
En goud voor ’t laatst – en ging toen met haar dood.
Mei ( 1889) fragment
Schrijver: Herman GorterInzender: adm, 31 mei 2006
Geplaatst in de categorie: jaargetijden