RIJMRAM
Daar viel mij in ‘t gedacht entwat,
dat, al te onveerdig opgevat,
verloren liep; en, mondgemeens,
en zal ‘t noch ik, noch iemand eens
genieten.
Het deert mij danig! Ei! ‘t en doet:
en heel en is en al, voor goed,
dat ongedicht gedachtje, dat
was al te onveerdig opgevat,
te nieten.
Het leeft entwaar entwat dervan,
dat vissende ik nog vangen kan,
wellicht; en, eens in ‘t net, wie is ‘t,
genaan! die mij de vis ontvist,
en ‘t garen?
Mij rijmvast en, van stonden aan,
zal ‘t stijf en sterk in staven staan,
nu, mondgemeen, het onverwacht
gedacht gedicht, gedicht gedacht,
nog jaren.
9/10/'96
----------------------------------
Rijmsnoer
onveerdig - onhandig
mondgemeens - woord geworden
en heel en is en al, voor goed - het is niet voor altijd verloren
het leeft entwaar entwat dervan - er leeft nog ergens iets van
genaan! - verduveld nog aan toe! (uitroep van emotie)
staven - letters
Inzender: Redactie, 11 mei 2022
Geplaatst in de categorie: taal