inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1849 - 1907

poëzie (nr. 912):

GARNALEN-VISSERS

Oude paarden schudden met de bekken
Boven ’t schuim: ze slepen ’t net ter ree*.
Vissers rijden op de ruggen mee,
Doen hun best het paard tot moed te wekken.

Zie, men keert… en de oude dieren trekken,
Nu de vissersjongen roept: hoi hé!
’t Wriemelend net ten leste uit de zee,
Zó, dat borst en dijen zichtbaar rekken.

Blonde jeugd staat bij de volle manden:
Over ’t meisje staart de jongen heen;
Kijkers fonkelen onder brede randen,
En men fluistert: visserlief, nog één!
Uitgestoken worden grage handen:
Weigeren kan alleen een hart van steen.

----------------------------------
ree: plaats waar schepen voor anker liggen

Schrijver: Jacob Winkler Prins
Inzender: adm, 28 juli 2006


Geplaatst in de categorie: maatschappij

3.0 met 5 stemmen aantal keer bekeken 1.522

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)