inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1898 - 1936

poëzie (nr. 915):

La voyageuse

In Singapoer is zij aan boord gekomen
Vlak voor 't vertrek, met dertig stuks bagage;
De eerste nacht doorspookte ze al de dromen
Van een matroos, gemonsterd onder gage.

Hij stond des morgens 't wandeldek te wassen
Nog half versuft, toen zij hem kwam verrassen
En raaklings langs hem in pyama ging
Die strak en soepel om haar heupen sloot,
Of in een ochtendkleed dat open hing
Haar opperst schoon mild aan zijn blikken bood.

Een steelse glimlach heeft hem dol gemaakt,
Hij stond in 't donker op de hondewacht
En ziet haar voor zich, wit en naakt,
Verlokkend in de nacht.

Ze is in Calcutta weer van boord gegaan,
Hij moest als wachtsman bij de gangway staan.
Over haar schouder wapperde haar sjaal
In de rukwinden als een smalle vlag.
't Was 't allerlaatste wat hij van haar zag,
Al heeft hij dag en nacht en nog een nacht gedwaald
Door de concessies waar zij wonen mag.

Hij wierp zijn waardloos boeltje op de stenen,
Hij had het leven zijn gelag betaald.
Is in de Chinese Town spoorloos verdwenen
En eindlijk uit de Ganges opgehaald.

-----------------------------------------------
-matroos onder gage: die nog niet lang genoeg gevaren heeft om vol matroos te zijn.
-hondewacht: wacht aan boord van twaalf uur 's nachts tot vier uur 's morgens
-concessies: nederzetting van vreemdelingen in een gebied dat eigendom blijft van het land waar dit gelegen is.

Een eerlijk zeemansgraf (1936)

Schrijver: Jan Jacob Slauerhoff
Inzender: adm, 7 augustus 2006


Geplaatst in de categorie: vrouwen

3.0 met 5 stemmen aantal keer bekeken 2.473

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)