inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1855 - 1930

poëzie (nr. 924):

RAAM-LIEDJE

’t Tuintafeltje glanst,
De regen er danst,
Fonteint, bedriegertjes, kleen*,
Dan blinkt er een blaas
En breekt met geraas
Licht, in de hemelvloed heen.

Doch diep in de tuin
Hangt alle loof schuin,
Druilt of pruttelt van neen;
Och, de arme bloemen
Verbeuren haar roeme,
En hoorden nooit van geween –

En wat was een roos,
Niet een bolleboos,
Een rijke, een trotse, een vlotte;
Nu klont tot een prop
Er iedere knop
En moet in schamelheid rotten.

Maar ’t hardere goed,
Zegt ons mensengemoed,
Het lijdt wel een bui, wat geween:
Laat suijen* en zeuren,
Laat regenen, treuren,
Wat mooi was, gaat mooi ook heen.

---------------------------------------
kleen: klein
suijen: neuriënd of zoemend wiegen

Schrijver: Jacobus van Looy
Inzender: adm, 24 augustus 2006


Geplaatst in de categorie: jaargetijden

3.1 met 7 stemmen aantal keer bekeken 1.707

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)