inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1649 - 1712

poëzie (nr. 4.413):

Lucella

's Ochtends, als het haantje kraait
Onder 't klappen van zijn wieken,
Als de dag begint te krieken,
Eer de huisman ploegt of zaait,
Gaat Lucella bloempjes pluiken,
Waar zij 't gretig oog mee streelt:
Bloempjes die naar honing ruiken,
Waar de lekk're bij in speelt.

O Lucel, wier bloeiend schoon
Al het puik der veldgodinnen
Pralende komt te overwinnen,
Strijkende de schoonste kroon,
Waard ten troon te zijn verheven,
Laat deze ogen-streelderij;
Wordt gij van een lust gedreven
Tot de bloemen, ga met mij.

Loop niet meer door 't wilde lof,
Ga met mij in Liefdes gaarde,
Schoonste nimf: daar baart ons d'aarde
Bloemen van een eêlder stof,
Die alleen de reuk niet vleien,
Maar met liefelijk gevoel
Schaffen duizend lekkernijen,
Door een strelend geestgewoel.

Liefdes hof braveert het al:
Laat het haag'len, laat het waaien,
Laat de hemel bliksems zwaaien,
Met een zware donderval;
Laat de gure winter beven,
Dat al 't geurig groen bederft;
Liefdes bloemen blijven leven,
Laat het sterven, wat er sterft!

-----------------------------------------

uit: Duytse Lier (1671)

huisman - boer (bleef aan huis omdat hij niet in het leger hoefde)

Schrijver: Jan Luyken
Inzender: Redactie, 17 oktober 2021


Geplaatst in de categorie: liefde

3.0 met 12 stemmen aantal keer bekeken 2.460

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)