inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1830-1899

poëzie (nr. 10):

O 'T RUISEN VAN HET RANKE RIET

(Hom. Il. XVIII, 576)

O! 't ruisen van het ranke riet!
o wist ik toch uw droevig lied!
wanneer de wind voorbij u voert
en buigend uwe halmen roert,
gij buigt, ootmoedig nijgend, neer,
staat op en buigt ootmoedig weer,
en zingt al buigen 't droevig lied,
dat ik beminne, o ranke riet!

O! 't ruisen van het ranke riet!
hoe dikwijls dikwijls zat ik niet
nabij de stille waterboord
alleen en van geen mens gestoord,
en lonkte 't rimplend water na,
en sloeg uw zwakke stafjes ga,
en luisterde op het lieve lied,
dat gij mij zong, o ruisend riet!

O! 't ruisen van het ranke riet!
hoe menig mens aanschouwt u niet
en hoort uw zingend' harmonij,
doch luistert niet en gaat voorbij!
voorbij alwaar hem 't herte jaagt,
voorbij waar klinkend goud hem plaagt;
maar uw geluid verstaat hij niet,
o mijn beminde ruisend riet!

Nochtans, o ruisend ranke riet,
uw stem is zo verachtlijk niet!
God schiep de stroom, God schiep uw stam,
God zeide: "Waai!..." en 't windje kwam,
en 't windje woei, en wabberde om
uw stam, die op en neder klom!
God luisterde... en uw droevig lied
behaagde God, o ruisend riet!

O neen toch, ranke ruisend riet,
mijn ziel misacht uw tale niet;
mijn ziel, die van de zelve God
't gevoel ontving, op zijn gebod,
't gevoel dat uw geruis verstaat,
wanneer gij op en neder gaat:
o neen, o neen toch, ranke riet,
mijn ziel misacht uw tale niet!

O! 't ruisen van het ranke riet
weergalleme in mijn droevig lied,
en klagend kome 't voor uw voet,
Gij, die ons beiden leven doet!
o Gij, die zelf de kranke taal
bemint van ene rieten staal,
verwerp toch ook mijn klachte niet:
ik! arme, kranke, klagend riet!

(1857)

Dichtoefeningen(1857)

Schrijver: Guido Gezelle
Inzender: JM, 24 oktober 2001


Geplaatst in de categorie: verdriet

4.0 met 61 stemmen aantal keer bekeken 3.606

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)