De springhengst in de klaverwei
De Springhengst in de klaverwei
Is in zijn amourettes vrij,
De kater ’s nachts op ’t hellend dak
Een gade zich kiest op zijn gemak
De wakkere haan steekt nooit zijn neus
Dan in het kipje van zijn keus,
Terwijl de weegluis aan de wand
Slechts Haar zijn woord en hart verpandt
Wier beeld, als hij de sterfling beet,
Zijn borst van wellust hijgen deed
En ik, die hoger toch moet staan
Dan weegluis kater hengst of haan;
Ik zou, voor pudding, port en spek,
Mijn vrijheid smijten in de drek?
Neen! eer zal ’t uitgediend heelal
Mijn school doen schudden in zijn val,
Eer steek ik met mijn moederspraak,
Als ’t Siegenbeekse grauw, de draak;
Eer roept het Leidse vloekgespuis
Mij, arme banneling, weer t’huis
Eer leg ik in het kuise graf
Mijn maagdom met mijn leven af,
Eer ik de zoete huwlijksplicht
Op vlees, dat ik niet lust, verricht.
Inzender: Redactie, 1 april 2020
Geplaatst in de categorie: humor