inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1689-1733

poëzie (nr. 1.034):

Samenzang

Mopsus en Dorinde.

Mopsus.
Dorinde, Puikschone, mijn lust en mijn leven,
Wiens wezen zo lang in mijn hart stond geschreven;
Ai, zie hoe de telgen en 't liefelijk kruid
Verjeugden, nu 't voorjaar de hemel ontsluit.

Dorinde.
Dat zie ik, o Mopsus, en kan mij verblijden;
Maar wend mij die oudemanslonken ter zijde.
Uw kruin noch uw kin wordt geen lente gewaar:
Zij voên in de zomer een winter van haar.

Mopsus.
Al klimmen de jaren, al dalen de krachten;
De liefde blijft leven in ziel en gedachten.
O zwierige Schoonheid waar Phoebus* van zong!
De zoete Mei maakt d' oude bomen weer jong.

Dorinde.
Het zij zo: wat wilt gij hiermede dan zeggen?
Z' is Frans, of gij hebt mij die taal uit te leggen.
Gelijkt gij u bij d' oude bomen in 't woud,
Zo sticht hier een kluisje, en wees niet meer stout.

Mopsus.
Een kluisje zou mij al te spoedig vervelen,
Of gij moest dan ook in zijn eenzaamheid delen,
En spreiden de matten, en dekken ons zacht.
De koude valt lastig bij dag en bij nacht.

Dorinde.
Maar gij zult mij evenwel nimmer bekoren.
Een praatje begeert gij, en ik ben geboren
Om vreugd te hanteren in 't lachende groen.
Het is er niet alles met praatjes te doen.

-------------------------------------------------------
* Phoebus = Phoebus Apollo:
goddelijke beschermer van de dichtkunst

Gedichten II (1728)

Schrijver: Hubert Poot
Inzender: Redactie, 22 maart 2007


Geplaatst in de categorie: idool

3.0 met 7 stemmen aantal keer bekeken 1.873

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)