inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1896-1928

poëzie (nr. 4.900):

Fietstocht I

Aan mijn fietstochtvrienden

Als een jong lied dat klinkt luid door lege hallen,
Zo is doorheen de Winter, de Lente getreden tot ons allen,
Die waren in een eeuw
Gehuld, van witte sneeuw.

Niet enkel jonger is geworden ons leven,
Maar ook veel witter en lichter geweven
Als in het kleed
Van winterleed.

Witte blijdschap
Is de witte boodschap
Van een zongezant
Aan het wachtend land.

Gelijk voor zoveel jaren
Wit de boodschap was, blank als de blijheid,
Dat Maria van Nazareth zou baren
Een kindeke van alle eeuwigheid.

Zo wordt het land een nieuwe lust
Bij elke nieuwe Lente, bewust:
Een lust te dragen blonde scharen
Van korenaren.

En elke Lente is jonger dan die voorafging,
Wijl hij brak een kring
Die jonger was van sneeuwgesching.

Wie nu niet voelt de hoop in zich
Worden tot een wil onhoudbaar en ontstuimig,
Een wil: zonder verwijlen
De Lente door te ijlen;

Wie nu niet kon
Z’n nieuwe witheid laten varen
Langs de jonge hartstochtblaren
Van ’n witte zeilen-zon;

Die is een man zo koud
Gelijk de Winter, en zo oud.

Music-hall (april 1915)

Schrijver: Paul van Ostaijen
Inzender: Redactie, 4 maart 2023


Geplaatst in de categorie: tijd

2.0 met 10 stemmen aantal keer bekeken 2.559

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)