De laatste psalm
Als mij de dromen begeven
En de nacht rept
Over mijn leven,
Als dan de torenklok klept
Uit de verte, zal ik zijn galm
Vertalen in een laatste psalm.
Die zal de heerlijkheid zingen
En het scheiden, -
Het geluk van de aarde, de mensen en alle dingen,
De dank en het heengaan zonder benijden,
Als van een wereld die schoonst is in haar afscheidslicht.
Of dat mijn lichaam verlaten ligt
Op het kleine kerkhof onder een steen
Of, verbrand, als as en rook
Op de winden verdween,
Dan ook,
Ik weet het – word ik niet vergeten,
Niet omdat tekens blijven of erinring duurt,
Maar omdat deze en die
Zal eten
Van de adem van mijn poëzie,
Mijn bloed en vlees, tot droom verpuurd.
Want wat is ’t leven?
Een droom, op adem van gezang
Bewaard, voor kort of lang,
En uit liefde gegeven.
Inzender: adm, 15 augustus 2007
Geplaatst in de categorie: tijd