Zingen, hoe de donkre wereld
Zingen, hoe de donkre wereld
zijne ronde reize gaat;
zingen ‘lijk de merel merelt
‘lijk de nachtegaal, die slaat;
zingen; blind, ‘lijk vóor alle eeuwen
’t laaien van ’t onnozel licht;
zinge’ als zon en maan, flambeeuwen
aan het duisterst aangezicht;
zingen: vreugde en smart, gesmeten
al wat gloeit en al wat rijt,
aan de gapend-geer’ge bete
van de hongerende Tijd…
Fragmenten uit Het Gelaat des Dichters (1913-1916)
Schrijver: Karel van de WoestijneInzender: Redactie, 16 september 2007
Geplaatst in de categorie: tijd