inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1585-1618

poëzie (nr. 4.209):

Adieu–Lied

Vaar wel mijn Lief, mijn leven!
Hoe krank* is, laas! ’t vermogen* bij de mensen;
In God bestaat* het geven
Van 't luk en heil, dat wij de and'ren* wensen.
'k Wens dat de Heer
U wind en weer,
En voorspoed geef in ’t varen;
'k Hoop Gods genade,
Zal u voor alle schade
Wel* bewaren.

O gij weeldige* vloeden* ,
Brooddronken*, licht*, en neetlich* vol beroeren,
Wil met dit buiïg woeden,
Des noorden winds geen strijd noch oorlog voeren:
O Zuiderzee,
Van liever lee*
Laat toch uw rug doorsnijen,
Wat zij doorzeilen
Zal weer zonder verdeilen*
t’ Samen vleien*.

Voor d'Amsteldamse palen*
Lag ’t bruine* schip, met zwarte takeltouwen,
Dat mijn Goddin* kwam halen,
In plaats van koets, voor 't puik van alle vrouwen,
Was ’t vunstig* ruim.
Het witte schuim
De voorboeg nat bevochten*;
Maar als* gij scheiden*,
Mijn ogen u geleiden*,
Zo ze mochten*.

De zon met gouden stralen,
Brak met geweld door blauwe wolken henen,
De winden mij ontstalen
Het schip, en lijf*, die allengs* vast verdwenen.
't Hert wierd als lood,
Roerloos als dood,
Door inbeeldings bewelven* ,
Na lang afzond'ren*
Zo kwam ik met verwond'ren
Tot mij zelve.

Uw zeer verlichte zinnen*,
De mijne, lief, in alles overstreven*,
Behalve in het minnen,
Daar moet gij mij de volle prijs af geven,
Ik win ‘t in gunst,
Gij, lief, in kunst,
In wijsheid en in reden*,
In aangeboren
En eigen zelf verkoren*,
Brave zeden*.

Gij die uit zoute baren*
't Vlamvurig hoofd onuitgedoofd* liet blijken,
Schift* toch de grijze scharen*
Voor ’t driftig* schip, laat golven angstig wijken.
Blanke Goddin*,
Voer mijn lief in
De wel-gewenste* steden*,
En breng mijn vrouwe
Gelukkig en behouwen
Thuis met vreden.

Al wat een mens kan denken
Om aan zijn vriend of waarde lief te gonnen,
Dat zou ik, troost* , u schenken
Waar 't Godes wil hetzelfde mij te jonnen*.
Ach! denk om mij,
Als* ik aan dij,
Met ijverig* verlangen:
Al mijn gedachten,
Die snaken en verwachten
U t' ontvangen.

--------------------------------------------------

* krank - zwak
* 't vermogen bij - de macht van
* In God bestaat - in Gods hand ligt
* de and'ren - elkaar
* Wel - goed, ten volle
* weeldige - weelderige, overmatige
* vloeden - golven
* Brooddronken - dartel
* licht - onberekenbaar
* neetlich - hachelijk
* Van liever lee - op kalme wijze
* zonder verdelen - zonder breuk
* t' Samen vleien - zich samen voegen
* palen: de haven was door een lange rij palen in het IJ afgezet
* bruine - donkere
* mijn Goddin - mijn geliefde
* vunstig - bedompte
* bevochten - bevochtigde
* als - toen
* Mijn ogen enz. - geleidden mijn ogen u
* Zo ze mochten - zo ver als ze konden
* mij ontstalen - ontroofden mij
* lijf - haar persoon
* allengs vast - geleidelijk al meer en meer
* Door ... bewelven - overstelpt door de verbeelding
* Na lang afzond'ren - na een lange tijd van bewustzijnsvernauwing (black-out)
* zinnen - geest
* overstreven - gaan te boven
* Daar... af - daarvan
* gunst - genegenheid, liefde
* lief - liefste; aangesproken persoon
* reden - het spreken, de retorica
* eigen zelf verkoren: door eigen verkiezing verworven
* Brave zeden - uitnemende eigenschappen
* Gij die: Venus, uit het schuim van de zee geboren.
* onuitgedoofd - zonder dat het water de vuurgloed kon doven
* Schift doch - scheid toch, doe toch uiteengaan
* grijze scharen - menigten van grauwe golven
* ’t driftig - het snel voortdrijvende
* Blanke Goddin - Venus
* wel gewenste - de zeer begeerde
* steden - plaats, plaatsen
* Thuis - bij haar familie waar zij thuis hoort; of terug in Amsterdam?
* troost - liefste
* jonnen - gunnen
* Als - zoals
* ijverig - hartstochtelijk.

Geestigh Liedt-boecxken, 1621

Schrijver: Gerbrand Bredero
Inzender: Redactie, 11 april 2021


Geplaatst in de categorie: afscheid

3.0 met 13 stemmen aantal keer bekeken 4.580

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)