Als 't kindje komen zal
Loom laat zij vallen 't hemdje vlinderlicht -
En dromig ziet ze, aan morgenblauwe trans,
Met wapperlokken zweven rond een krans
Van engelkopjes, blond en blank, belicht
Door lente-zon, in slepende cadans.
Op wie zal 't kindje lijken? - En 't gezicht
Houdt, blij en vroom, ze op 't wolkenspel gericht,
Waar hemelkindren dansen hemeldans.
Het duizlend kopje in 't kussen, dat haar man,
Met teedre streelhand, schoof onder 't hoofd,
Blijft stil zij turen, tot de rei vervloot.
Verwonderd, wijl zij nog niet raden kan
't Gelaat der vreugd, door liefde haar beloofd:
Haar eigen kind, nog sluimrend in haar schoot.
De Gids (1925)
Schrijver: Helene SwarthInzender: Redactie, 28 februari 2019
Geplaatst in de categorie: geboorte