Schemering in 't woud
Hier moet ik peinzend gaan en stil, -
het afgeleefde loof kwijnt aan de twijgen,
ik voel de lome schemer stijgen -
en stijgen, stil.
Wat glanst het bleke Westen koud!
een matte lach uit droeve wolkenbrauwen
doet flauw de teed're nevel blauwen
in 't gélend woud. -
Ik zie de bleke stervenswenk.
Ik voel het doffe duister in mij dringen
en verre stemmen hoor ik zingen
al wat ik denk. -
Waar zijt ge, Dood? - zo gij rondom
op wieken van de schemering komt rijzen,
nu doet uw nadering niet ijzen, -
ik wacht u - kom!
Inzender: Redactie, 9 februari 2019
Geplaatst in de categorie: afscheid