inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1809 - 1898

poëzie (nr. 4.196):

De tarantella

Vier en twintig trappen leiden
Ons daar op tot de veranda.
Groen- omwingerd, half in lamplicht,
Half in maneschijn zich rondend,
Torsen zuilen, ver uit de oudheid,
Deels Korinthisch, deels Ionisch,
’t Plomp moderne, platte dak.-
Stenen vloeren zijn de bodem;
Schuilt daaronder ook een grafzerk,
Prijkend nog met vreemde krullen,
Wapenschild en bisschopstaf…
Wat kan dat de citer letten?
Wat deert dat de dolle, volle,
Rinkelende tamboerijn?
En zou vriend Guiseppe daarom
Met Carlotta zijn zoetliefste,
Minder jolig er op dansen?

Tarantella! Tarantella!
Kijk hem eens, de wakkere jongen!
Achteruit nu, dan vooruit weer,
’t Lijf in duizend bochten wringend,
’t Hoofd nu in de nek gesmeten,
Hunkerend dan vooruit gebogen,
Wipt hij op de tenen rond,
Komt en gaat, en deinst en trippelt,
Naakt ter linker, stuit ter rechter;
Langzaam eerst, dan ras en rasser
Kringt en dartelt hij om ’t meisje,
Als de bont gewiekte vlinder
Speelt en fladdert om de roos.

Tarantella! Tarantella!
Juicht het uit de mandoline;
Tarantella! Tarantella!
Klappren schelle castagnetten;
Tarantella! Tarantella!
Gonst en bromt, en krijst en schatert
Wilder staag de tamboerijn.

Kostlijk paar! als zo Guiseppe
Kring op kring in losse zwaaien
Kunstig op de bodem tekent;
En als daar Carlotta, eerzaam,
Vrouwlijk zedig, als Madonna
Op de Cananese bruiloft
Met Johannes danste, danst.-
Machtig echter werkt het dansgif
Dra ook in heur rappe leden,
En zij buigt zich, nijgt zich, zwaait zich,
Wipt omhoog, duikt neer en draait zich
Als een wilde tol in ’t rond.

ONZE wals, ‘k moest aan hem denken;
‘k Zag hem in ’t bedompt casino,
Zwartgerokt, glacégehandschoend,
Hoe hij, beide boordjes
Uit zijn stropdas opgetrokken,
Toetreedt op Mevrouw…hoe hiet ze ook weer?
Met haar olifantenvoeten,
Zijne sterk geparfumeerde,
Dikke, vette patrones,
Om die, met bloemzoete tronie,
De onbetaalbre gunst te vragen
Van haar volle, ronde hand;
En ’t scheen mij bijna, als ware
Tarantella, zijn zuster,
De blootvoetse, kortgerokte,
Snoodlijk uit het veld geslagen.


------------------------------------------------
Tarantella: Zuid-Italiaanse volksdans

De Dichtwerken (1889)

Schrijver: J.J.A. Goeverneur
Inzender: Redactie, 30 maart 2021


Geplaatst in de categorie: muziek

3.6 met 11 stemmen aantal keer bekeken 3.144

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)