inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1689-1733

poëzie (nr. 3.585):

Vrolijk leven

Waar is mijn citer toe bereid?
Wat klanken wil ze geven?
Wat zing ik, waar een ander schreit:
De vrolijke blijgeestigheid
Is 't leven van het leven.

Wat laat zich 't volk door ijdle schrik
En mijmerende zorgen
Beknellen? vrienden, doe als ik.
Gebruik toch 's levens ogenblik
Zo lang de dood wil borgen.

Al schokte zelf de hemelspil
Uit haar metalen pannen,
Weest gij tevreên, gerust en stil;
Een die gelukkig leven wil
Moet hoop en vrees verbannen.

Zou gij gestaag bekommerd zijn?
Zou druk uw vreugd besnoeien?
Neen, neen. Verdrijf die boezempijn.
Gij woont zo ver niet van de Rijn,
Waar muskadellen groeien.

Hoeft gij geen kleren noch te kost
Van goede liên te prachen;
Wat scheelt 't u hoe de wereld host?
Waar Heraklyt om schreien most,
Most Demokryt om lachen.

Maar, zegt gij: och! het weer wordt zwaar,
Ons dreigt een felle donder.
Geen nood. Ai, beid een luttel maar.
De wollek scheurt: de lucht wordt klaar:
Het onweer is al onder.

Dan, 't licht is ook aan 't ondergaan.
De nacht zal u benarren.
Mij niet; nu komt de blanke maan
Met haar vergulde horens aan
En honderdduizend starren.

------------------------------
prachen - smekend vragen

Gedichten (1722)

Schrijver: Hubert Poot
Inzender: Redactie, 4 april 2019


Geplaatst in de categorie: psychologie

3.0 met 13 stemmen aantal keer bekeken 3.665

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)