Hoe ver, hoe ver ik dit alles vind
Hoe ver, hoe ver ik dit alles vind,
het werd een spel, een lief gezeg
van andere mensen, zó is het weg
en vreemd van dat, wat nu begint,
nu dat mijn leven zal gezonken
zijn tot een ernst, die 't al beschreit
en tot één grote innigheid
van heenbeklagen gaan geslonken,
en nauwelijks een flauwe lach
gebleven is van medelijden
om wat nog even van ons beiden
opleeft in mijn gedenken, ach
hoe liefelijk, zoals wij gerust
van ons geluk waren en verkozen
ons te behoren, argelozen
in wie er nimmer werd bewust,
dat wij vrezen moesten, dat, wat gegeven,
in deemoed wilde zijn aangenomen
een zorg voor hem, die der dagen komen
goed weet; en zie, wat is gebleven?
weet ik nog, dat een hemel stil
van licht en mildheid in mij hing?
ik luister naar mijn herinnering;
een stem wegwankelt, die sterven wil.
Verzen
Schrijver: J.H. LeopoldInzender: Redactie, 16 september 2019
Geplaatst in de categorie: spijt
ik heb het voor een werkstuk gebruikt omdat het de kinderboekenweek is.