Nijdige Tijd, waarom is 't dat gij u versnelt
Nijdige Tijd, waarom is 't dat gij u versnelt
Meer dan gij zijt gewoon? Laat gij het u verdrieten
Dat ik de Hemel van Liefs bijzijn mag genieten?
Wat schaadt u mijn geluk dat gij u daar in kwelt?
Een grijsaard zijt gij, Tijd, en proefde nooit 't geweld,
Van 'tgene, dat ze Liefde en zoete Weerliefd' hieten.
Helaas, de tranen blank over mijn wangen vlieten
Als ik aan't uurwerk denk dat kwalijk was gesteld.
Och Meester, die de tijd met uren af kunt meten,
Gistr'avond miste gij en had uw kunst vergeten:
Wel vier maal sloeg de klok in min dan een kwartier.
Maar na mijns Liefs vertrek, doordien 't begon te dagen,
En heeft de klokke boven zes maal niet geslagen,
In ene tijd, docht mij, van twalef uren schier.
Sonnetten (±1620)
Schrijver: P.C. HooftInzender: Redactie, 12 mei 2023
Geplaatst in de categorie: tijd