inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1898 - 1936

poëzie (nr. 3.539):

Het dodeneiland

Geen ankerplaats, geen monding van een beek.
De sloep bleef steken in een modderkreek.

De bossen dorren, leven op vergane
Uit eigen vroeger loof gevallen blaren.

Hun takken storten afgestorven bomen
In beddingen van uitgedroogde stromen,

Waar de oevers uit gebleekte beendren steken,
Die bij een windvlaag (of bij 't langsgaan) breken.

Wind gaat lijkkleurig van het zerkenstof,
Kan niet van 't eiland af, een dodenhof,

Dat diep de bodem van de zee doortrekt
En deze ver-om aandoet met bederf.

Aasvogels blijven mijlen uit de kust;
Alleen de albatros, die enkel rust

Op raas van schepen, varend naar hun schipbreuk,
Strijkt neer en krijst, zijn doodsroep maakt geen inbreuk.

Archipel

Schrijver: Jan Jacob Slauerhoff
Inzender: Redactie, 4 maart 2019


Geplaatst in de categorie: eenzaamheid

3.0 met 13 stemmen aantal keer bekeken 2.383

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)