Mijn Laura kwam
(fragment)
Mijn Laura die ik min, kwam in mijn slaapzaal treden,
Met liefelijk gelaat, en moedernaakte leên,
Een kleedje alleen bedekte haar heupen naar beneden,
't Hing al van melk en bloed en maagdenwas aaneen:
Een windje op haar verliefd,
Ten venster ingeslopen,
Bedreef een stoute dieft,
En spreidde 't kleedje open,
Daar zag men wat een mens, hoe koud, zette in een vlam.
Men zegt, dat Venus zo weleer ten oordeel kwam.
Zij naderde mijn koets; wat hart was niet bewogen
Geworden, door zo schone en goddelijk een zwier?
De liefde bliksemde uit haar bruine en draaiende ogen,
En zette heel de zaal in lichte vlam en vier;
Zij lachte en greep mijn hand,
Mijn boezem sloeg aan 't beven;
't Hart zwoegde door de brand;
Ik zwijmde, en blies het leven
Op roze lippen uit; maar och! hoe onverwacht,
Vond ik mij toen gewaakt, in ene donkre nacht.
-------------------------------------------------
maagdenwas - zuivere was
dieft - diefstal, onbeschaamdheid
oordeel - het Paris-oordeel
koets - bed
vier - vuur
Inzender: Redactie, 16 februari 2019
Geplaatst in de categorie: idool