inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1856 - 1936

poëzie (nr. 3.519):

Een koud vermoeden rilt mij door het brein

Een koud vermoeden rilt mij door het brein:
Ik zie mijzelf en weet thans wie ik ben:
Ik ben Erinring van veel boeken en
Een Macht, waarmee 'k mijzelf en al mijn zijn,

Gedachte en daad, gelijk maak aan de schijn,
Die 'k daarin schoonst vond: - onbewust gewen
Ik me aan dat artiest zijn; - soms zelfs ken
'k Mijn schijn, die groot is, niet van eigen klein.

'k Ben als een speler, maar die zo goed speelt,
Dat hij zichzelve niet-te-spelen schijnt,
En zich eerst schoon vindt in zijn eigen spel;

En zich in 't leven met zichzelf verveelt,
En zich op straat met de gedachte pijnt:
Hier ben 'k mijzelf niet, - op de planken wél.

Schrijver: Albert Verwey
Inzender: Redactie, 23 januari 2019


Geplaatst in de categorie: toneel

2.0 met 18 stemmen aantal keer bekeken 1.713

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)