inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1834 - 1878

poëzie (nr. 3.829):

De bloem van 't bal

Wat was ze schoon toen ze uitgelaten danste,
de zoete maagd, met sylfenlichte voet!
Haar reisblauw oog, waaruit haar onschuld glansde,
ontstak het vuur der liefde in elk gemoed.
Haar lippenpaar omzweefden zalige lachjes,
nooit werd een zoen gedrukt op malser koon.
Bewondrend fluisterde iedre jongling zachtjes
Wat is ze schoon!

Zoals rondom de bloem er vlinders zweven,
zo ook omsluit haar deze vrijersschaar.
Elk wenst de hand ten danse haar te geven
en bidt en smeekt om maar een blik van haar.
Een lofzang ruist, waar zij ook treedt, haar tegen,
en, blozend als de rozen van haar kroon,
hoort zij verrukt het fluistren allerwegen
Wat is ze schoon!

Men zoekt vergeefs de maagd nu bij de paren,
wanneer ‘t orkest het sein geeft voor de wals.
De herfst bestrooit haar graf met dorre blaren...
verwelkt is ook de lieve bloem des bals.
En toen de geest des doods ze naar de hemel
geleidde voor des Heren gulden troon,
zong ‘t englenkoor in ‘t schittrend lichtgewemel
Wat is ze schoon!


-----------------------------------------------
reis (blauw): effen (blauw)
Sylfen: luchtgeesten, sierlijk en vrouwelijk

Liederen 1868

Schrijver: Frans de Cort
Inzender: Redactie, 11 maart 2020


Geplaatst in de categorie: overlijden

4.0 met 12 stemmen aantal keer bekeken 2.886

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)