inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1870 - 1946

poëzie (nr. 4.163):

BELLO, DE TREKHOND

(die Charivarius, na afdingen, voor fl. 7,50 kocht van een hondenbeul)

Bello, heb je zo geleden?
Arme kerel, kom eens hier.
Zo zo. Ben je nou tevreden,
Mager afgejakkerd dier?

‘k Heb je lekker laten wassen
Van de modder en de mest;
Ja, je hield niet van dat plassen!
Maar ’t was voor je eigen best.

O, je baas was wel venijnig,
Treurig leven was je deel;
Eten kreeg je veel te weinig,
Schoppen kreeg je veel te veel.

Nou begint een ander leven,
Zonder zorgen en verdriet;
‘k Zal je goed te eten geven,
Schoppen, kerel, krijg je niet!

Rijst, en velletjes van worstjes –
Zeg, bevalt je dat menu?
Aardappels en zo, en korstjes,
Goed gedrenkt in lekkere jus.

‘k Zal je wel eens dikwijls fuiven,
- Nee, niet likken! Dat vin’k vies –
Op verrukkelijke kluiven;
Graten niet. Die zijn voor Mies.

’n Enkele keer een stukje lever
Door je droge hondenbrood –
En je dankt de milde gever
Met een extra-zware poot.

Uren zull’ we samen wandlen
Al maar keuvlen met mekaar
En van allerlei behandlen;
Ik vertel. Jij luistert maar.

En dan gaan we naar de duinen,
Waar de zilte zeewind speelt
Jij rent naar de hoogste kruinen –
Plotseling …stokstijf! Als een beeld!

Dan weer pijlsnel naar beneden,
In een tomeloze vaart,
Zaligheid der zaligheden!
Tuimelend over kop en staart.

En als ik eens uitgeweest ben,
Wordt je slaapje plots gestoord
Jij, omdat j’ een hartlijk beest ben,
Voelt mijn komst voor dat je ‘m hoort.

Op…! Je luistert..’t lijf naar voren,
Trillend in een blij gebeef…
Recht gespitst je beide oren….
En je kop zo’n beetje scheef…

Kijk je staart begint te wuiven,
Flap! Daar sta je vóór je ’t weet,
Bij de deur met lange snuiven,
Zo je snoet plat op de reet…

Hoor! De huisdeur wordt ontsloten…
Jij, verrukt van ’t slot-geraas,
Staat te traplen op je poten…
Hiep, hoera!! Daar is de baas!!

Zeg… vanwaar die doffe blikken…?
Strakjes keek je nog zo goed;
Bello! Beest, je laat me schrikken,
Kom, kom, kom, een beetje moed!

Nou, niet als-maar poten geven!
‘k Snap ‘t: je zweert me eeuwig trouw;
Top! Akkoord!… Hei, wacht nou even!
Niet je snoet zo in me mouw!

Moet ‘k je kop nou weer eens strijken?
Kijk, wat wordt ie glanzend glad!
’t Zou nog wel eens kunne blijken,
Dat ’k een koopje aan je had.

En ’t is niet om je te vleien,
Maar je hebt een mooi gebit!
En je haar is zacht en zijen,
Zwart, met plekjes van sneeuw-wit.

Ja, je poten staan wat krom nou,
Door dat tuig, dat zat zo slecht…
Bello! Niet zo’n zucht! Waarom nou?
Wees gerust – dat komt terecht!

’t Is hier nog wel uit te houen,
Wel gezellig, hè, en warm!
Koest nou! Koest nou! Niet zo douwen,
Met je kop zo onder m’ arm!

Zo, laat ik je hier nou leggen;
O, wat dankbaar kijk je ‘m aan!
Laat ons voortaan – wil je zeggen –
Poot in hand door ’t leven gaan….

En zo praatt’ ik boud en blijde…
Even strekt’ hij nog zijn poot…
Zachtkens zonk zijn kop op zijde…
’n Zucht. En toen was Bello dood.

Schrijver: Charivarius
Inzender: Redactie, 25 februari 2021


Geplaatst in de categorie: dieren

3.0 met 19 stemmen aantal keer bekeken 3.512

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)