inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1857 - 1931

poëzie (nr. 1.290):

Ritornellen I

En vraagt gij nu: ‘Wie leerde u rijmen, dichten?’ -
Ik laat niet lang u op het antwoord wachten....
Uw ogen zijn het, die mijn geest verlichtten!

Toen ik voor d'eerste keer u, lief, ontmoette,
- een blauwe meidag was het, 's morgens vroege -
weet gij nog, hoe 'k u toen op rijm begroette?

Snel plukte ik wat jasmijn en hagerozen
en reikte u die, en sprak: ‘o Maagd geprezen,
of ooit wel rozen als uw wangen blozen!’

Gij lachte luid met hagelwitte tanden,
liet mij mijn bloemen op uw boezem binden
en drukte mij - erkentlijk - warm de handen.

Toen voelde ik rijm bij rijm mijn mond ontglippen...
Waar ik het haalde, zal ik niet verklappen!
Nu rolde een heel rispetto van mijn lippen.

Sindsdien, mijn lief, o wonder boven wonder!
komt gij maar even, lichtjes als een vlinder,
voorbijgefladderd met een lach of zonder,

of als de slag der Arno slaat en klotst het
in mij...; mijn hart - gelijk een hamer bonst het,
en dichten moet ik, - klinkt het niet, zo botst het!

-------------------------------------------------------
-ritornel: (Italië) herhalingstema, refrein
-rispetto: (Italië) letterlijk: respect, hier is verwezen
naar een Toscaanse versvorm
-Arno: rivier in Toscane
-‘Klinkt het niet, zo botst het’, een in Zuid-Nederland
algemeen verspreid spreekwoord

De Gids (1891)

Schrijver: Pol de Mont
Inzender: adm, 10 juni 2009


Geplaatst in de categorie: liefde

3.0 met 4 stemmen aantal keer bekeken 1.171

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)