Vrolijkheid
De lieve jeugd
Tracht naar de vreugd,
De bloemen en de spelen.
De goede God
Laat ze in 't genot
Van al wat zoet is, delen.
De traan misstaat
Aan haar gelaat;
Zij kent geen zorg, of smarte.
De jeugd is vrij,
De deugd is blij:
Ze is adem van ons harte.
Elkeen bemint
De lach van 't kind,
Ten goede steeds genegen,
Dat vlijtig leert,
Zijn meesters eert,
Zijn oudren is ten zegen.
Het kind, dat lacht,
Is 't beeld zo zacht
Der lente pas ontloken,
Als 't kruidje groeit,
Het knopje bloeit,
En 't bloemtje geurt, ontploken.
Gedichtjes voor kinderen (1849)
Schrijver: Prudens van DuyseInzender: Redactie, 28 september 2020
Geplaatst in de categorie: kinderen