Ik zong zo menig minnelied
Ik zong zo menig minnelied!
Dan zag ik naar de mensen niet…
Want toen ik henwaarts heb gekeken,
Verstomde ’t lied voor hunne valse streken.
De daad voor ieder schoon gedacht,
Daar heb ik altijd naar getracht;
Maar toen ’t gedacht begon te schijnen,
Moest het weldra voor dom geweld verdwijnen.
Een eedle ziel in elke borst,
En troost aan al wie lijdt en dorst,
Dat wenste ik steeds voor alle mensen;
Maar ’t waren wensen, ach, en ’t bleven wensen.
1863-1878
Schrijver: Emanuel HielInzender: Redactie, 27 april 2021
Geplaatst in de categorie: psychologie