Reciteren
Laat schone verzen glad van effen lippen vloeien,
Maar gil, noch galm, noch kwaak, noch bulder woest en luid;
Weerhoud uw arm en hand van haamren, zwaaien, roeien;
De molenwiekerij drukt geen verrukking uit.
Des dichters hartstocht, stijge als opgezette baren,
Hij zij een storm, een stroom, die alles met zich voert:
Gij, blijf uw kalmte, uw kracht, uw meesterschap bewaren,
En daar ge een ander schokt, schijn zelf niet eens ontroerd.
Inzender: Redactie, 15 november 2022
Geplaatst in de categorie: literatuur