inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1809 - 1898

poëzie (nr. 1.355):

Het roodborstje

Het roodborstje pikt aan het venster, tin! tin!
En zegt: Ach, doe open en laat mij er in;
Doe open, lief meisje, 'k weet anders geen raad,
Zo sneeuwt en zo waait het hierbuiten op straat;
Ik sterf van de koude, toe, laat mij erbinnen.
'k Zal zoet zijn en allerlei grapjes beginnen.

Het meisje deed open en gaf, op haar schoot,
Aan 't roodborstje suiker en kruimeltjes brood;
Wat was toen het vogeltje vrolijk! Het sprong
En danste op haar schouder, het piepte en het zong,
Het vloog van de tafel de kamer in 't ronde,
En dankte 't lief meisje zo goed het maar konde.

Maar toen het daarbuiten zo koud niet meer was,
En 't zonnetje scheen, zat roodborstje voor 't glas.
Het speelde niet langer, maar keek door de ruit,
En piepte zo droevig, als wou het er uit.
Het meisje deed open, wip! vloog het daarhenen
En was een, twee, drie in de bomen verdwenen.

Schrijver: J.J.A. Goeverneur
Inzender: Redactie, 16 januari 2010


Geplaatst in de categorie: dieren

3.0 met 13 stemmen aantal keer bekeken 1.964

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)