inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1861 - 1937

poëzie (nr. 1.364):

Ik smacht naar de lente

Ik smacht naar de lente en haar goud,
Naar de jonge, de licht-tere kleuren,
Ik smacht naar het groenende hout,
Naar de zoetige Meidorengeuren.

Hoe heerlijk te liggen in 't mos,
Te staren in 't blauw van de hemel,
Te volgen de blaadjes die los
Zich wieg'len in takkengewemel!

Hoe welven zich bogen van glans
Om mij heen bij der lente verschijnen,
Hoe hupp'len in weke kadans
Mijn gedachten langs zacht-ronde lijnen!

Mijn hart roept de lente zo luid,
En klopt ongeduldig haar tegen...
Hoor! was dat geen merelgefluit?
Wat klonk daar langs de eenzame wegen?

Schrijver: Edward Koster
Inzender: adm, 17 februari 2010


Geplaatst in de categorie: jaargetijden

2.9 met 8 stemmen aantal keer bekeken 1.618

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)