Boek van jeugd
Ik zocht alom, ik zocht en kón niet vinden
Mijn Boek van Jeugd, verloren en versmeten.
't Was al zó oud: 'k had d'inhoud half vergeten,
Zo liefdezoel als heimweegeur van linden.
Maar gele bladen uit dat boek gereten,
Gedragen op erinnrings sidderwinden,
Wezen waar 't lag, omrankt van blanke winden,
Of me uit elk blad een bloem wou welkom heten.
In dof verleden-stofgoud knielde ik neder
En al de kelken uit dat boek ontsproten,
Streelde ik, in weemoed eerbiedvol en teder.
Maar 'k brak geen rank die 't Jeugdboek hield, omsloten.
Jonkheid is wreed, Erinnering nog wreder.
'k Bewaar het Boek omkelkt van lenteloten.
1898
Inzender: adm, 23 februari 2010
Geplaatst in de categorie: tijd