inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1878- 1929

poëzie (nr. 1.397):

Geluk, zo zedig en zo zeker

Geluk, zo zedig en zo zeker,
als water dat in glazen beker
zijn zuivere genuchte vat:
ik heb uw goede dronk genoten,
en 't heeft door mijne leên gevloten,
als van wie nooit gedronken had.

Mijn ogen wijd, mijn lippen open,
zijt ge in mijn aadren stil gedropen
tot de' allerlaatste', en béste drop...
Was ik de dorst'ge der woestijnen?
Want zag mijn angst uw peerlen schijnen,
't verblijde hunkren slurpte ze op.

- Thans, moe van lusteloos genieten,
laat ik uw vliede' onachtzaam vlieten
en wíl niet meer gelukkig zijn.
Ik voel u naarstig in mij branden,
maar gij wordt koorts in mijne handen,
en uw genuchten worden pijn.

Ik moet naar andre lustigheden:
de kalme lichten van mijn heden
vermoeiden mijn verijlde blik.
De kier van blijdre smart gaat open:
o man, zat aan geluk gezopen,
gezel van roder vreugden: ík!

Schrijver: Karel van de Woestijne
Inzender: adm, 9 april 2010


Geplaatst in de categorie: emoties

3.3 met 7 stemmen aantal keer bekeken 1.087

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)