Het roosje.
Een jonge tuinman kweekte teder
Een roosje, dat zijn bloembed droeg;
Behoedde 't wel voor buiig weder,
En gaf het warmte en vocht genoeg.
't Was eindlijk zeldzaam schoon ontloken,
En menig had en kocht het graag:
‘Het is voorlang mij reeds besproken’
Was elk bescheid op elke vraag.
Nu plukt hij 't zorglijk van de stengel,
En laat er mee naar 't landhuis gaan,
En de eedle vrouw, een jeugdige engel,
Nam zelf het bloempje lachende aan.
‘Hoe laat hij,’ sprak zij, ‘hoe zich noemen,
Die mij dat kostbaar roosje zendt?’ -
‘Hij is een vriend van schone bloemen:
Meer’, sprak de knaap, ‘is me onbekend.’
En toen zij rondreed in haar wagen,
De boezem met de bloem getooid,
Toen zag de tuinman 't uit de hagen,
En blijder sloeg hem 't harte nooit.
Inzender: Redactie, 30 augustus 2023
Geplaatst in de categorie: planten