inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1896-1928

poëzie (nr. 5.182):

Sous les Ponts de Paris

Van alle plaatsen waar Gij uitgestald zijt
over de bezette stad schreit Uw triestigheid

men heeft U aan alle hoeken opgehangen
om in een offerblok senten te vangen

Nog hebt Gij de kommunie met het volk gevonden
het steekt zijn armen in uw warme wonden

Wij steken ons handen in Uw wonden doof
en blind zijn wij in ongeloof

Priesters en papen hebben Uw Kadaver geschonden
geleerd te geloven ons tastende handen Uw wonden

Men heeft U kerken gebouwd
van de wanden zijkt het zilver en goud

Ons geloof is zo klein en zo mat
als voor uw beelden de dansende vlam

Aan elke hoek werd gij uitgestald HARLEKIJN
van goedzakkigheid en begrijpelike pijn

Gij zijt weer onder ons in al Uw beelden Eén
met de bezette stad Uw wenen maakt een put in de steen

Onder Uw beeld ik weet wel het water van de goot
maakt een put in de steen maar dat is ook Uw droefenis

Gij zijt herworden onder ons
gepijnigde Harlekijn Uw Moeder een schreien geschokte
slons

Wij kunnen slechts zien een God gelijk een Harlekijn
onze tijd is zo zat van leed en van pijn

Uw laatste menswording is voor het janhagel alleen
ik heb U zien deserteren het front

Men heeft Uw weggeworpen wapens niet saamgelezen
Heilige Deserteur, dees relikwie kwam niet van pas

Al de kerken zouden moeten tonen op dit uur
Uw weggeworpen wapens en Uw deserteursfiguur

Ik heb U zien schommelen onder de bezetting van stad
tot stad

flets en flauw uitgetobd en afgemat

Ik heb U gezien in mijn bezette stad
in een danszaal de muziek zweeg toen Gij binnentrad

haar trage wals het ritme van Uw gezicht was sterker ZO
in triestigheid dan een gebroken cello

en de gigolo's en de hoeren dansten hun trage WALS licht
enkel op het triestige ritme van Uw GEZICHT

Ik heb U gezien in een stinkende slop
Gij waart met Landsturmman samen

Gij stond onder de opgeëiste werklozen
naar Duitsland gingen lange treinen van havelozen

Boven op de dijk houdt Gij mee de wacht
met kille hoeren in de regenende nacht

Nu zijt Gij moe en afgetobd
de triestigheid in U weer volgepropt

de regen druipt van Uw vuile kletsnatte hennepbaarden
over de stad

Droppelt samen met de regen over
alle drek van de stad Uw schokkend ritme mee

Schrijver: Paul van Ostaijen
Inzender: Redactie, 17 december 2023


Geplaatst in de categorie: verdriet

4.0 met 6 stemmen aantal keer bekeken 2.841

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)