inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1859 - 1881

poëzie (nr. 1.460):

Dropsteen

Bij 't rossig, zwaaiend schijnsel der flambouw,
Welks walmen tranen teelt bij 't krinklend stijgen,
Zie 'k spichtig kegels stijgen, pegels nijgen,
Wier blijde blankheid werd tot wenend grauw.

Het dropt, het dropt, van spits tot spits; aanschouw,
Hoe langzaam droppen door de droppen zijgen,
En vallend leven geven aan het zwijgen,
En worden tot een zuil bevrozen dauw.

Wat daalt, zoekt wat daar rijst, en welhaast zullen
Zij, samengroeiend tot een eeuw'ge zuil,
Elkaar omhelzen, en met schors omhullen.

Zó gaat het morgen in het gister schuil;
Zó kwam Mathilde mijn gemoed vervullen,
En kreeg mijn ganse ziel daarvoor in ruil.

Schrijver: Jacques Perk
Inzender: Joanan Rutgers, 22 juni 2010


Geplaatst in de categorie: liefde

3.0 met 5 stemmen aantal keer bekeken 915

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)