inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1861 - 1937

poëzie (nr. 1.471):

Zonnedood.

Ik zing de heerlijkheid der Westerluchten,
Wanneer de zon verbloedend langzaam sneeft,
En slechts een wijl haar dagglans overleeft,
Die oov'ral schuwe duisternis deed vluchten.

Thans rijzen sterren op in scheem'rend duchten,
Stil na elkaar; - de ganse hemel beeft
In hunne flikk'ring, die een glorie weeft
Van vonk'lend zilver in de hoge luchten.

Het zonnebloed vlood henen, drop voor drop,
Heel 't Westen purp'rend met zijn rode pracht,
Plaveiend breed de banen van de nacht.

Schouw thans met eerbied naar de hemel op,
Waar uit der zonne mart'laarsbloed de schaar
Van sterren oprees, groots en wonderbaar.

Schrijver: Edward Koster
Inzender: Redactie, 12 juli 2010


Geplaatst in de categorie: natuur

5.0 met 1 stemmen aantal keer bekeken 938

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)