inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1885 - 1933

poëzie (nr. 1.474):

NIEUWE JEUGD

Niiewe jeugd, als uit een kan gegoten
Gele wijn, gist mijn schedel binnen
En ik voel mij opgeheven en gestoten
Naar de wisseling van een nieuw beginnen.

Lachend ligt de wereld, en volkomen
Weet ik mij aan al wat leeft verbonden,
Wat mij scheidde werd mij afgenomen
En ik heb mijzelve teruggevonden.

Is nu ene godheid nog van node,
Met mijn hand kan ik de einder raken
En ik schrijf mijzelve de geboden
En verboden, die gelukkig maken.

Jeugd en nieuwe schoonheid aan U allen
Die als ik in nieuwe godheid geloven
En vertoeven mogen in de hallen
Harer tempelen en arbeidshoven.

Schrijver: Abraham van Collem
Inzender: Han Messie, 5 september 2010


Geplaatst in de categorie: individu

2.8 met 5 stemmen aantal keer bekeken 814

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)