inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1887 - 1939

poëzie (nr. 1.563):

Wintermorgen

De tuin is toegesneeuwd; 't gazon
Ligt onder 't hoge witte duin bedolven.
Maar veilig in hun warme strooien kolven
Wachten de rozen (en mijn hart wacht ook) de Zon!

't Is late nacht, de lamp brandt laag,
De ruiten glinstren van de blauwe koude,
En koel is 't hart, dat gaarne branden zoude
Van ongeduld naar Uwe komst. Vandaag?

O, nacht en morgen vloeien traag tezamen,
Ontberen en genieten smelt ineen,
Maar nòg heerst over ziel en de verbleekte ramen
Het grijzen van de schemering alleen.

Dan doet een licht de schaduw zwarten en versnellen.
Warmer en driftiger golft 't ongeduldig bloed.
Door de gestrekte stilte tinkelen de bellen.
Bij 't ijle dagen ijlt Ge ons tegemoet.

Verzamelde Gedichten, Nalezing VI (25-03-1925)

Schrijver: Willem de Merode
Inzender: adm, 27 december 2010


Geplaatst in de categorie: jaargetijden

3.0 met 6 stemmen aantal keer bekeken 1.285

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)