Dood
En statig dalen, slank in blank gewaad,
Maagdengestalten, in de maneschijn,
Van brede marmertreden, tot waar staat
Een blanke baar, - in 't kistje een kindekijn.
't Ligt wit en weerloos op het wit satijn,
Een sneeuwwit rozenkransje om 't lokkenblond.
De stille glimlach van wie zalig zijn
Trilt, als een vlinder, om zijn vredemond.
De blanke maagden naadren, éen voor éen,
En kussen 't kindje en geven 't elk een palm
En gaan dan heen, met klacht en zacht geween,
Achter een zwarte voorhang. - Nu is 't kalm...
En zeven kaarsen branden in de zaal
En zeven lelieën bloeien om de baar.
En ver, in 't woud, weeklaagt een nachtegaal
En weent een vedel: ze antwoorden elkaar.
De Gids jaargang 1892
Schrijver: Helene SwarthInzender: adm, 17 januari 2011
Geplaatst in de categorie: overlijden