Drie verzen voor een dode III
Soms, dwalend over heuvels, hoor ik uwe stem. —
meestal op stille ongerepte plekken
waar de natuur nog iets gevangen houdt
van haar voormenselijke zuiverheid.
soms aan een water, soms ook in het woud.
maar op de rotsen met de zachte wieren
die onweerstaanbaar aan uw haar doen denken
vrees ik u telkenmaal te gaan herkennen
in de gedaante van een vluchtend hert.
maar waartoe kwelt gij mij? gij weet
dat ik nog niet tot sterven ben bereid;
ik kan geen afstand doen, noch van mijzelve
noch van mijn wrevel en opstandigheid.
misschien ben ik verdoemd; wanneer reeds nu de dood
mij plotseling in de rug zou overvallen
dan zou ik, stervend met de honderdtallen,
neerstorten in de Poelen, heet en rood.
en daar, juist daar — een prooi der helse koren —
vervolgt mij nog het hemelse verwijt van uwe stem
een lieflijk lied, verschriklijk om te horen
o, klinkende bazuin van 't nieuw Jeruzalem.
Porta Nigra (1934)
Schrijver: Hendrik MarsmanInzender: adm, 11 februari 2011
Geplaatst in de categorie: overlijden