RITJE
Het paardje reed zo klinkend
met hoeven tinkellinkend
al op de klinkerdijk.
Zij droegen róse hoedjes
op roodgeverfde snoetjes
en voeren langs de dijk.
De sleepman had een zweepje, slap,
en zweepte 'hurt' bij elke stap
van 't paardje op de dijk.
Zij hadden gouden zon gehuurd,
en 't tuigje was zo blank geschuurd
dat voerde over de dijk.
en blanke bloempjes aan de kant
die keken in de vigilant
wie voer over de dijk.
Zo menig vent en jonggezel
die werd wat raar aan zijn gestel
bij 't langs-gaan op de dijk.
Door die guitig rode snoetjes
onder die róse hoedjes;
die meisjes, langs de dijk.
Een bonte vlucht, Bussum.(1911)
Schrijver: Salomon BonnInzender: Han Messie, 20 maart 2011
Geplaatst in de categorie: vrouwen