inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1876 - 1948

poëzie (nr. 1.646):

MEIDAG IN MAART

Ik dacht wel, dat zij komen zou
lang voor het iemand wist,
en hebben we ons niet werkelijk
een maand of wat vergist?
Wij dachten ons de winter nog
ternauwernood voorbij
en vinden de verwachting al
rondom ons in de velden, de
verwachting van de Mei!

De traag ontwaakte hazelaar,
die ’t niet vermoeden kon,
staat nu in al zijn schamelheid
beteuterd in de zon.
Maar ‘k zie de bomen dichter zich
verdringen om ’t gehucht
en als de frisse daken, die
er nu al zomer maken en
die blinken in de lucht.

Nu hebben al de meisjes ook
geen manteltjes meer aan,
maar heldere japonnetjes,
die wel zo aardig staan.
De Zon vond bij zijn binnenkomst
de meisjes kant en klaar:
de meisjes zonder manteltjes, -
en met de blonde kleuren van
die Ridder in het haar.

Eerste tochten (1911)

Schrijver: Jan Prins
Inzender: Redactie, 24 april 2011


Geplaatst in de categorie: jaargetijden

4.0 met 7 stemmen aantal keer bekeken 989

Er zijn 2 reacties op deze inzending:

Naam:
Jaklien
Datum:
12 april 2016
Toen ik 12 was (ik ben er nu 63) won ik met dit gedicht een voordrachtwedstrijd op school. Dit mooie gedicht is dan ook bij mij "blijven hangen".
Naam:
serge rene vandevelde
Datum:
22 maart 2016
zeer vele jaren geleden,toen ik nog in België woonde was dit gedicht mijn favoriet en nu nog jaren later blijft de traag ontwaakte hazelaar in mijn gedachten hangen

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)